woensdag 17 januari 2018

Wat de Bijbel zegt over zonden vergeven.

Wat de Bijbel zegt over zonden vergeven.

Zonden van je medemens vergeven.

Voor we hier over nadenken is het nodig ons te realiseren dat de farizeeën gelijk hadden toen zij met de gedachte zaten dat niemand zonden kon vergeven dan god alleen.

In de Bijbel zijn twee grondwoorden voor vergeving.
Het eerste grondwoord betekent vergeving zoals God dat kan en doet.
Dat betekent dat God niet alleen de zonden vergeeft (niet meer toornig is) maar zo vergeet dat ze nooit gepleegd zouden zijn.
Dit kan een mens nooit doen omdat de mens altijd blijft herinneren.

Het tweede grondwoord betekend alleen niet meer boos (toornig) zijn op de zondaar.
De herinnering wordt hier niet uitgewist en kan zo nu en dan weer de kop opsteken zodat diegene die vergeven heeft vaak een jarenlange strijd heeft om niet meer boos (toornig) te worden op zijn medemens.
Dit is de vergeving die wij als mensen kunnen schenken aan de medemens die tegen ons in de fout is gegaan.

Veel mensen zeggen dat het een christelijke deugd is om mensen te vergeven. Daarbij gaan sommigen zelfs zover dat ze er vanuit gaan dat je iedereen ongezien maar moet vergeven. Zij baseren deze gedachte op de uitspraak uit Matthéüs 18 vers 21 en 22.

21 Toen kwam Petrus tot Hem, en zeide: Heere! hoe menigmaal zal mijn broeder tegen mij zondigen, en ik hem vergeven! Tot zevenmaal? 22 Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zevenmaal.

De Bijbel leert ons echter dat het vergeven van zonden alleen kan gebeuren NADAT de zondaar om vergeving heeft GEVRAAGD.

Matthéüs 18 verteld hier het volgende over.

15 Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen.

Geef Uw broeder of zuster te kennen dat hij of zij een (zonde)schuld tegen U heeft. Het zou zo maar kunnen dat Uw broeder of zuster niet in de gaten heeft dat er een (zonde)schuld tegen U heeft. Maar zelfs als U denkt dat hij of zij dit wel (dondersgoed) moet weten, geeft Gods woord U aan dat het hem of haar moet worden aangezegd.

16 Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in den mond van twee of drie getuigen alle woord besta.

Vertel het een andere christen en laat deze Uw getuige zijn dat die gene die tegen U gezondigd heeft niet bereid is om zijn schuld te erkennen en vergeving te vragen voor het gene wat hij of zij U heeft aangedaan.

17 En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg het de gemeente; en indien hij ook de gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar.

Breng het in ons geval bij de kerkenraad, deze moet nog een laatste poging doen om de zondaar tot inkeer te brengen en hem of haar te bewegen om vergeving te vragen.
Als de zondaar zich verhard moet de kerkenraad met gebruik van het formulier voor afscheiding van de gemeente, deze onverzetbare zondaar buiten de gemeente plaatsen.

18 Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op de aarde binden zult, zal in den hemel gebonden wezen; en al wat gij op de aarde ontbinden zult, zal in den hemel ontbonden wezen.

De schuldenaar moet goed weten dat er in een ander Bijbelgedeelte staat: Weest haastelijk welgezind jegens uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt.

Dit betekend dat God eigenlijk zegt: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere. Indien de schuld niet vergeven is omdat deze niet vergeven KAN worden simpelweg omdat er geen vergeving is gevraagd zal God deze rekening met de zondaar vereffenen.

Als U veel last heeft van hetgeen wat U is aangedaan ondanks dat U alles heeft gedaan om Uw medemens te bewegen om met U in het reine te komen, leg Uw lasten dan maar op de schouders van Uw Heiland en wees ervan verlost.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten